Wat is waar?
Hoofdstuk 18
Liefde is van nature eeuwig.
Begrijp de gevoelens, maar laat ze je niet binden.
Overal waar je te maken hebt met gehechtheid aan bepaalde gevoelservaringen, of die nu tot uiting komt in het bevredigen van de seksuele verlangens of in het stillen van honger, tref je verdriet aan. Overal waar het ontbreekt aan een op juist inzicht berustende zelfbeheersing vind je verdriet. Het is niet een kwestie van al of niet spiritueel ingesteld zijn. Het is niet een kwestie van onderdrukken, maar van zelfbeheersing; onderdrukken is een doelloos niet toegeven aan je verlangens, waarmee je nergens komt, maar als je inzicht krijgt in het doel van je individuele bestaan ontstaat een zelfbeheersing, die zich kenmerkt door onthechting van alle gevoelens. Wie de slaaf is van zijn gevoelens, is de gevangene van het lijden.
Zuivere emotie is onthecht. Als ik werkelijk intense liefde voel voor iemand, ben ik niet aan hem of haar gehecht, want ware liefde heeft aan zichzelf genoeg. Wat over het algemeen voor liefde doorgaat is alleen maar een lege emotie, die voor haar bestaan afhankelijk is van een ander. Als je genegenheid gebonden is aan een individuele mens, moet ze wel beperkt zijn. Als je je om gelukkig te kunnen zijn vastklampt aan een ander, ben je aldoor bang hem te verliezen, hetzij door de dood, hetzij doordat zijn genegenheid op een ander overgaat. Persoonlijke liefde, met haar bezitsdrang, met haar angsten, haar jaloersheden en haar eisen, werpt onvermijdelijk een barrière op tussen jou en degene die je liefhebt. Die barrière veroorzaakt het liefdesverdriet, maar de ware liefde, die genoeg heeft aan zichzelf, is vrij van alle verdriet. Dat ware liefde zich niet hecht, is niet een kwestie van emotionaliteit of van sentimentaliteit en is ook geen onverschilligheid. In je eigen streven naar het volmaakte zul je vanzelfsprekend een ander de volle vrijheid laten zo te handelen dat hij datzelfde doel kan bereiken. Liefde heeft aan zichzelf genoeg, liefde is aan geen enkel object gebonden, al kan ze in het begin via een object tot uitdrukking komen of te ontdekken zijn. Maar zolang er nog geen sprake is van ongehecht zijn, zul je die liefde, die het eeuwige in zich draagt, niet vinden.
Zolang in je bewustzijn het idee van veelheid heerst, zul je uitgaan van afgescheidenheid en je daarom ergens een mee willen voelen, met een dier, een boom, een mens of een god. Als je aan liefde denkt, denk je dan aan anderen, naar wie die liefde uitgaat? Als dat zo is, is er nog verdeeldheid, onvolmaaktheid. Liefde weet niet van mensen of dingen, van subject of object, liefde is vrij van zelfbesef. Het gaat er niet om dat je iedereen liefhebt, maar dat je de volmaaktheid beleeft van die liefde die geen onderscheid kent. Tob je niet af met het idee dat je van iedereen zou moeten houden. Dat leidt tot huichelarij, tot gekweldheid en tot zelfbedrog. Als je intens bewust leeft, zul je juist daardoor aan niets gehecht zijn, wat geen onverschilligheid is, maar liefde.
Je probeert de persoonlijke liefde aan de kant te zetten, omdat je merkt dat ze je meer problemen oplevert dan je aan kunt. Er is teveel aanpassing bij nodig, er moet samenwerking van twee kanten zijn en daarom vlucht je ervoor en door die vlucht voor de realiteit, weg van de liefde zelf, maak je het leven dor, hard en bitter; je krijgt harde trekken om je mond en om je ogen, heel je kijk op het leven verhardt. Liefde is van nature het eeuwige, het bestendige, het goddelijke, ze kent geen afstand tot iets, ze is in alle dingen. Door de conflicten die aan de persoonlijke liefde eigen zijn kom je tot de onpersoonlijke liefde. Alles heeft zijn gevaren, maar om je krachten op de proef te stellen, moet je ieder ogenblik van de dag proberen die liefde te vinden die alles omvat en niets uitsluit.
Er is me gevraagd of we seksualiteit en liefde moeten zien als uitdrukkingsvormen van het leven die van egocentriciteit gezuiverd zouden moeten worden.
De ware uitdrukkingsvormen van het leven kun je niet zuiveren of reinigen. Alleen iets wat een uitdrukkingsvorm van egocentriciteit is kun je zuiveren. De ware uitdrukkingsvormen van het leven zijn vrij en niet beperkt door ikbesef. Ze zijn er gewoon, er valt niets te zuiveren. Ze maken deel uit van de schoonheid die het leven eigen is. De liefde die het eeuwige omvat is het leven. Volmaakte liefde weet niet van een persoon, niet van “het mijne” of “het jouwe”, niet van verdeeldheid, niet van aantrekken of afwijzen. Ware, pure liefde kent geen onderscheid als van man en vrouw, zoon, vader, moeder. Nu gaat het over het algemeen zo dat je, als je trouwt, je liefde geeft aan de ene en niet aan de velen, maar het is ook mogelijk getrouwd te zijn en toch de hele wereld, zonder onderscheid, aan het hart te drukken. Dat is eeuwige liefde.
Sommige mensen denken dat trouwen en kinderen krijgen betekent dat het je ontbreekt aan spiritualiteit. Ik denk dat niet. Zolang je van je huwelijk en je kinderen het belangrijkste in je leven maakt, zonder inzicht te hebben in wat het eigenlijk wil zeggen dat je elkaar bezit en van elkaar afhankelijk bent, zul je geestelijk niet volgroeid zijn, want dat inzicht geeft aan wat de juiste waarden zijn. Het kan zijn dat je niet getrouwd bent, maar dan ben je misschien egoïstisch, arrogant, wreed en ongevoelig, je vertoont misschien een tekort aan aandacht en genegenheid voor anderen. Niet het hoe, het systeem, de methode, is van belang, maar het geestelijk heel zijn waartoe een mens moet komen.
Zodra het ideaal van vrij zijn van ikbesef je enige wens wordt, schrijft die wens je de wet voor. Je wens wordt je systeem. Leg dus niet de nadruk op de methode, op trouwen of niet trouwen, kinderen krijgen of geen kinderen krijgen. Dat zijn gebeurtenissen waaruit je inzicht moet opdoen, maar het is dat inzicht dat van het hoogste, beslissende belang is.
Iedereen wil graag vrij van verdriet zijn, maar dat vrij van verdriet zijn kun je niet vinden door een bepaalde richting te kiezen of door welke manier, methode of systeem dan ook. Je vindt het door dat intense verlangen naar heelheid in het nu en door er aan de hand van zelfbezinning achter te komen of wat je doet, denkt en voelt uit de zelfzuchtigheid van het ego stamt. Je zult zeggen: “Is dat alles?” Dat is het niet. Dit is nog maar het begin. Zoals ik al zei, die zelfbezinning geeft je een gevoel van eenzaamheid, een echt treurig gevoel van eenzaamheid en dat leidt tot de extase van het alleen zijn. Maar je wilt niet alleen zijn. Je bent er bang voor, omdat je niet inziet dat je enkel door dat alleen zijn, op eigen kracht, door je eigen inspanningen, tot die heelheid zult komen.
De waarheid vinden is energie op haar toppunt. Om op dat punt te kunnen komen moet er in diepe overpeinzing een bundeling van energie plaatsvinden, die een natuurlijk gevolg is van wat je doet, van de juiste waardeoordelen. Ik leid wat je een ascetisch leven zou kunnen noemen, als gevolg van die bundeling van energie die vrijheid van ikbesef is. Ik zeg niet dat jullie me moeten nadoen. Ik zeg niet dat jullie niet tot die diepe overpeinzing kunnen komen omdat jullie getrouwd zijn. Maar wie de volledige, duurzame heelheid wil vinden, moet al zijn energie samengebundeld hebben.
Het huwelijk, dat wat de maatschappij het huwelijk noemt, komt tot stand doordat een man en een vrouw eenzaam zijn. Als je nu alle eenzaamheid hebt overwonnen, hoef je niet te trouwen. Dan heb je geen behoefte meer aan steun, aan aanmoediging, of aan de les van het je voortdurend aanpassen aan het gezichtspunt van een ander. Als je verliefd bent op het leven zelf, dat een expressie is van zowel het mannelijke als het vrouwelijke, dan heb je de ervaring van het voortdurend bijstellen van bepaalde gezichtspunten niet meer nodig. Dan hoef je niet te trouwen. Maar houd jezelf niet voor de gek.
Het huwelijk betekent samenwerking in gemeenschappelijke ervaringen. We hebben het huwelijk nodig, niet noodzakelijkerwijs in zijn tegenwoordige vorm, om twee mensen door hun gemeenschappelijke ervaringen te laten groeien en tot het inzicht te laten komen dat er in ware liefde geen afstand bestaat. Tenslotte is dat het belangrijkste resultaat van ervaring: het werkelijk herkennen in alle dingen, niet in een persoon, maar in allen, liefde geven, niet aan de ene, maar aan de velen. Of je getrouwd of ongetrouwd bent is niet van fundamenteel belang. Zolang je beschikt over de levendigheid van geest en de flexibiliteit van denken die je uiteindelijk tot wijsheid leiden, ben je voortdurend voorbereid op heelheid.
Denk niet dat je door te trouwen vast en zeker tot heelheid zult komen of dat je door alleen te blijven levensinzicht zult krijgen. Ook al blijf je ongetrouwd, je kunt beïnvloed worden door je vrienden, door je broers en zussen, door je buren of door de publieke opinie. In het huwelijk is het al niet anders, je wordt beïnvloed door je vrouw, je kinderen en door de omstandigheden van je huwelijksleven. Het gaat er om je voor je ontwikkeling niet te verlaten op een systeem of een methode. Het allerbelangrijkste is dat je de werkelijke waarde van je gedachten, emoties, meningen en conflicten leert kennen en begrijpt.
Waarom trouwen mensen? Zoals gezegd, ze proberen door te trouwen hun eenzaamheid, hun niet compleet zijn, te overwinnen. Een drang van buitenaf stuwt hen naar heelheid, dat wil zeggen, naar vrij zijn van ikbesef. Die drang drijft hen tot aanpassing, tot evenwicht.
Wie de slaaf is van zijn hartstocht, zijn lust en zijn emoties, kan dit niet beseffen. Ik zeg niet dat je een ascetisch leven moet leiden, dat je de bossen in moet trekken en de wereld achter je moet laten. Je kunt de waarheid niet vinden door de wereld te ontlopen, net zo min als je dat zou kunnen door onmatig gedrag. Door evenwicht tussen verstand en liefde kom je tot een bundeling van de energie die je nu verspilt aan je hartstocht, afgunst en emoties.
Heelheid is het vinden van dat evenwicht.
Maak wat je het ascetische leven noemt, wat je aan mij toeschrijft, niet tot je hoogste doel. Het is maar een heel klein detail. Ware ascese is iets anders dan de verafgoding van primitief gedrag. Je denkt misschien dat je door primitief te gaan leven, door verdringing de waarheid zult vinden. De ware asceet is onder alle omstandigheden ongehecht. Maar om een ware asceet te kunnen zijn moet je hoogst eerlijk wezen, anders kun je jezelf mateloos voor de gek houden, zoals zoveel mensen doen. Je hebt de zuiverheid van denken en de heldere doelstelling nodig die je op weg zullen brengen naar een leven waarin je volslagen ongehecht bent, niet onverschillig, maar ongehecht en vervuld van genegenheid, van geestdrift. Als je hier je denken, je verstand, je hele wezen, je leven aan wijdt, zul je het begrijpen.
Verafgood mij niet als asceet, verheerlijk de ascese niet. Ascese komt over het algemeen voort uit de behoefte ergens aan te ontkomen, uit de angst voor bepaalde ervaringen. Maar je moet volkomen ongehecht zijn en inzicht hebben. Zelfverloochening bestaat voor mij niet. Als je werkelijk niet gehecht bent, iets waar inzicht in de juiste waarde van de ervaring voor nodig is, dan ben je vrij, innerlijk zowel als in de uiterlijke wereld; in de uiterlijke wereld zo ver als mogelijk is, maar innerlijk zeer zeker.
Denk op grond hiervan nu vooral niet dat ik bedoel dat het huwelijk een weg, laat staan een gemakkelijke weg, naar heelheid is. Je hoeft niet noodzakelijkerwijs de ervaring van een huwelijk te hebben om tot heelheid te komen. Je kunt het ook zonder die ervaring, maar dat vergt veel inspanning en concentratie, een grote vastberadenheid en moed. Ik zeg niet dat dit meer waard is dan het huwelijk, want in beide omstandigheden kun je, als je daar intens naar verlangt, tot die heelheid komen die vrijheid van ikbesef is.
Wat is waar?
Hoofdstuk 18
Jiddu Krishnamurti. Wat is waar? Over waarheid en leven. Themaboek aforismen waarheid zijnjiddu leven mens wijsheid inzicht vrij handelen denken. 1934.