Wat is waar?
Hoofdstuk 1
Iedere activiteit van het denken, elke trilling van het gevoel, wordt een stapsteen naar de waarheid, die eeuwig leven is.
Lijden zet je op het spoor van inzicht.
Woorden die tot uitdrukking brengen wat iemand heeft ervaren en wat hij voortdurend ervaart, kunnen die beleving niet volledig op een ander overbrengen. Wat ik wil beschrijven is niet te begrijpen door louter op de letterlijke betekenis van de woorden af te gaan. De werkelijkheid van wat ik zeg is alleen in je eigen dagelijkse leven te ervaren.
Het leven, die eeuwige werkelijkheid, huist in alle dingen. Het is niet iets buiten ons. Het is te allen tijden en in al zijn volheid in ieder van ons aanwezig, dus is het zinloos te proberen het te vinden langs de weg van de illusies van verafgoding, hulp van buitenaf, een of ander religieus systeem of een georganiseerd zoeken naar de waarheid. Omdat die werkelijkheid altijd heel is, kun je er geen vorderingen in maken, ze staat buiten de tijd. Om die heelheid te vinden moet je vrij van beweegredenen zijn, je moet geestelijk vrij zijn van elk streven naar bezitsvorming, naar het bereiken van een doel of naar zelfverheerlijking. Deze werkelijkheid ligt niet op het vlak van vorderingen maken, ze is niet aan tijd onderhevig en daardoor staat ze los van zowel het verleden als de toekomst; ze kan alleen bestaan in het nu, niet het nu als tijd gedacht, maar het nu als handeling. Dit leven, dat voor mij de waarheid is, vernieuwt zich steeds. Hoewel het volkomen is, is het niet iets waar een einde aan is. Als je vervuld bent van die werkelijkheid, van dat leven, geeft dat je een blijvende vrede, het is onsterfelijkheid. Dit zich steeds vernieuwende, steeds wordende leven kent geen worsteling, geen conflict. Dat leven heeft de zuiverheid van zijn eigen diepste kern. De werkelijkheid is altijd heel en als je dat eenmaal gaat inzien, ben je niet langer gebonden aan het idee van vorderingen maken, van het krijgen en ontwikkelen van goede eigenschappen en deugden.
Ieder van jullie vangt nu en dan, op zeldzame, stille ogenblikken, misschien wel eens een glimp van die werkelijkheid op, maar alleen door grote oplettendheid of door intense beleving van verdriet of vreugde kom je tot die diepe contemplatie die geen inspanning vraagt en waarin de conflicten van het denken niet meer bestaan. Zo’n glimp van de werkelijkheid zal je in plaats van de voldoening die stilstand betekent een diepe onvrede geven, die leidt tot de ware inspanning van het aanhoudend keuzes maken dat verlicht zijn is.
Als wat ik zeg alleen wordt opgevat als een filosofie, waar je lezingen over kunt houden, is het waardeloos. Om het voor jezelf tot een blijvende werkelijkheid te maken, moet je intens leven en de vergankelijkheid ontdekken, die de oorzaak van het lijden is. Vergankelijkheid is voor mij het ego, het ikbesef, de persoonlijkheid, de individualiteit; de ware oorzaak van het lijden. Voor mij bestaat er geen dualiteit. Het gevoel van dualiteit dat iedereen kent, komt voort uit de illusie van het ego en zolang ego, persoonlijkheid, ikbewustzijn, individualiteit bestaan, kun je niet een zijn met het leven, de waarheid, in al zijn duurzaamheid. Zolang je je vastklampt aan dat ego, dat ikbewustzijn, die individualiteit, speelt tijd een rol, ga je vragen stellen over een voortbestaan na de dood en voel je de behoefte je met iets te vereenzelvigen. En daaruit ontstaat het idee van geboorte, dood en lijden.
Je zult nu en dan misschien die sfeer van ikbewustzijn even doorbreken en een glimp van de werkelijkheid opvangen, maar je doel is met die sfeer helemaal af te rekenen. Als de sfeer van ikbewustzijn verdwijnt, is er geen sprake meer van zoeken naar de waarheid, dan is die er. Zolang je in die sfeer gevangen zit en begrensd en omgeven wordt door ikbewustzijn, is het niet mogelijk een te zijn met de waarheid. Omdat het ego vergankelijk is, is het de slaaf van de tijd. Zolang er nog ikbewustzijn is, is er individualiteit, egoïsme. Als het ikbewustzijn verdwijnt, d.w.z. als het ego oplost, is er puur besef. Bewustzijn is persoonlijk, besef is onpersoonlijk.
Dan zul je ertoe komen je te gaan beheersen. Beheers je om tot inzicht te komen, beheers je niet uit angst, maar om bevrijd te zijn van al je persoonlijke hoedanigheden, om het diepste wezen van iedere gebeurtenis, van iedere ondervinding in het leven te begrijpen. Als je alle dingen op hun juiste waarde leert schatten, zullen de kleine problemen vanzelf verdwijnen. Als je je gaat beheersen uit angst of uit kleinzieligheid, zul je nooit een worden met de waarheid. Maar als je je beheerst om wat je doet en denkt op zijn juiste waarde te schatten, werkt die zelfdiscipline bevrijdend. Ze bevrijdt je van kleinzieligheid, boosheid, jaloersheid, roddel en tal van kleinigheden, die je energie verbruiken.
Je hebt er allemaal belang bij inzicht te hebben in het lijden, dat je in zijn greep houdt. Bij het zoeken naar dat inzicht zul je een levenshouding vinden die je zal bevrijden van de conflicten waar je onder lijdt en die waanvoorstellingen bij je oproepen. De grondoorzaak van het lijden is handelen dat voorkomt uit het bewustzijn van het ‘zelf’, het ego; en handelen is denken en emotie. Als je daden, je gedachten, je gevoelens, hoe groots, edelmoedig of nobel ze ook mogen zijn, voortkomen uit zelfzucht, uit het ego, leggen ze je altijd aan banden en in die gebondenheid, in die beperking ligt het lijden besloten. Handelen werkt bindend als iemand er door hebzucht toe wordt gedreven.
De geest die opzoek is naar de waarheid die onsterfelijkheid waarborgt en waar geen begin of einde aan is, moet vrij zijn van het begrip tijd en van het idee van iets bereiken, want het vergankelijke is het eeuwige en in het nu ligt heel het leven besloten.
Ga het lijden niet uit de weg door, uit angst, troost te zoeken.
Lijden zet je op het spoor van inzicht. Als je je bewust wordt van je lijden, zul je proberen de bron ervan te vinden. Je zult het lijden niet verbergen, je zult het niet bedekken met troostrijke woorden, je zult er niet aan proberen te ontkomen. Als je het in je leven toelaat begin je je bewust te worden van de oorzaak ervan: je ikbesef, dat verdeeldheid zaait. Kijk niet naar het verleden, maar word je bewust van wat je doet, om zo tot heelheid te komen. Ga niet alle verwikkelingen uit je verleden onderzoeken, maar word je volledig bewust van wat je in het heden doet. Door je in het heden van steeds meer bewust te worden, word je het verleden de baas. Wat wij toekomst noemen is niets anders dan een voortzetting van het heden. Daarom, als je geen inzicht hebt in het heden zul je de waarheid niet vinden.
Je zit gevangen in een web van leed, je bent verwikkeld in de strijd om het bestaan en je vecht om je aan te passen; je hebt het probleem van de uitbuiting in het leven geroepen, op het economische vlak zowel als geestelijk en je probeert ijverig daaraan te ontkomen. Maar als je met de intensiteit van heel je wezen, met de volle inzet van je gevoel en je verstand een probleem onder ogen ziet, zul je gaan beseffen wat de oorzaak is van de vele conflicten en zul je er daardoor van bevrijd worden.
Veronderstel bijvoorbeeld dat er iemand dood gaat van wie je heel veel houdt. Op dat moment lijd je intens. Wat is dan je eerste wens? Je wilt weer gelukkig zijn, je wilt iets vinden dat je voldoening en rust zal geven en je je grote verdriet zal doen vergeten. Dan ga je je verliezen of in het najagen van genoegens of in het zoeken naar een systeem of een theorie waarin je troost vindt. Dus probeer je alleen maar te ontkomen aan het gevecht met het lijden, dat centraal staat, en daardoor schep je nieuwe problemen, die geen wezenlijke betekenis hebben.
Maar als je intens leeft en iedere ervaring, iedere gebeurtenis in je leven zonder enige terughouding met heel je wezen tegemoet treedt, zul je niet meer proberen te vluchten. Zo zul je zelf de ware betekenis ontdekken van elke ervaring, van elke gebeurtenis in je leven. En zo ontdek je in het diepste van je eigen intelligentie de oorzaak van het lijden.
De oorzaak van het lijden is dat je niet met heel je denken en voelen betrokken bent bij alles wat je doet.
Zoals het nu is ben je geestelijk belast met herinneringen, met angst die tot aanpassing leidt en met de leegheid van halfslachtig handelen. Je beleeft een ondervinding niet ten volle, omdat je denken en voelen worden verlamd door de traditie en door de hoop op een betere toekomst.
Om vervuld te kunnen zijn van dat wat eeuwig is, moet je het wonder beleven van de zelfstandigheid, die geen individualisme is. Individualisme, in de gewone betekenis van het woord, wil zeggen dat je alles enkel en alleen voor jezelf doet, dat je zelfzuchtig, egoïstisch, egocentrisch bent. Dat bedoel ik absoluut niet; ik bedoel dat je volledig zelfstandig moet worden, je moet je volledig verantwoordelijk gaan voelen voor je gedachten, je emoties en je daden en er de oorzaak van kennen. Je komt tot besef als je je op een verstandige manier losmaakt van zowel de belemmeringen die door je verlangens zijn opgeworpen als van elk reageren.
Wat is waar?
Hoofdstuk 1
Jiddu Krishnamurti. Wat is waar? Over waarheid en leven. Themaboek aforismen waarheid zijnjiddu leven mens wijsheid inzicht vrij handelen denken. 1934.